Wetsvoorstel vernieuwing pensioenstelsel naar de Tweede Kamer

Het kabinet heeft het wetsvoorstel voor de Wet toekomst pensioenen naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit is een belangrijke mijlpaal op weg naar het vernieuwde pensioenstelsel.

In 2019 hebben het kabinet en sociale partners samen het pensioenakkoord gesloten. Hierin staan afspraken over de vernieuwing van ons pensioenstelsel. Deze afspraken zijn uitgewerkt in het voorstel van de Wet toekomst pensioenen. 

Begin 2021 is het conceptwetsvoorstel via een internetconsultatie voorgelegd aan heel Nederland met de vraag mee te denken om de wet te verbeteren. Eind 2021 is het wetsvoorstel ter advies naar de Raad van State gestuurd. Nu is het wetsvoorstel met verschillende toetsen en adviezen (onder andere van de Raad van State) naar de Tweede Kamer gestuurd.

In een videoboodschap spreekt de minister voor Armoedebestrijding, Participatie en Pensioenen Carola Schouten over deze mijlpaal en het belang van de vernieuwing van het pensioenstelsel.

Hoe ziet het verdere proces eruit?

Kort na indiening van het wetsvoorstel gaat de nadere uitwerking van het wetsvoorstel in concept-Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB), ook wel lagere regelgeving genoemd, in consultatie. Hierna kan 4 weken worden gereageerd. De reacties vanuit burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties op deze internetconsultatie zorgen ervoor dat de kwaliteit van de lagere regelgeving kan worden verbeterd. Na de zomer worden de concept-AMvB’s aangeboden aan de Tweede Kamer. 

De nieuwe pensioenregels gelden naar verwachting vanaf 1 januari 2023, maar dat is afhankelijk van wanneer de Tweede en Eerste Kamer na de parlementaire behandeling akkoord zijn met het wetsvoorstel. De sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen dan 4 jaar de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving.

Mogelijk vervroegde indexatie

In het wetsvoorstel staan ook afspraken om in de transitieperiode al met de blik van het nieuwe stelsel naar het huidige stelsel te kijken. Pensioenfondsen die de intentie hebben om ook de huidige pensioenen over te zetten naar het nieuwe stelsel (het zogeheten invaren) mogen onder voorwaarden met versoepelde indexatieregels rekenen. Hierdoor is er ook in aanloop naar de overgang op het nieuwe stelsel al meer zicht op indexatie. 

Voor 2022 wordt via een apart besluit geregeld dat fondsen – vooruitlopend op de nieuwe pensioenwet – ook de ruimte krijgen om sneller te indexeren. Hiervoor gelden vergelijkbare voorwaarden als voor fondsen die in de aanloop naar de overgang op het nieuwe stelsel eerder willen indexeren. Het voornemen is dat dit besluit per 1 juli 2022 in werking treedt.