DNB publiceert Q&A over onderbouwings- en informatievereisten reguliere collectieve waardeoverdrachten tijdens transitieperiode
De Nederlandsche Bank geeft in een Q&A aan welke onderbouwing en informatie wordt gevraagd aan pensioenfondsen die tijdens de Wtp-transitieperiode meewerken aan een reguliere collectieve waardeoverdracht (CWO). Het gaat hier niet om een invaarbesluit.
In de Q&A zijn de informatie- en onderbouwingseisen opgenomen die DNB stelt aan een CWO tijdens de transitie. Voor deze Q&A gaat DNB er in beginsel van uit dat sociale partners bij het overdragende én bij het ontvangende pensioenfonds al een keuze hebben gemaakt over een verzoek om al dan niet in te varen bij het eigen pensioenfonds en dat de sociale partners bij beide pensioenfondsen voor hetzelfde kiezen: óf invaren óf niet.
Deze Q&A geeft alleen inzicht in de onderbouwing van de CWO. Het besluit van DNB over die CWO kan niet worden geïnterpreteerd als instemming met of beoordeling van een invaarbesluit, de invaarmethodiek of de invulling van een solidaire of flexibele premieregeling door pensioenfondsen op een later moment.
Tijdens de transitieperiode kunnen pensioenfondsen aan reguliere CWO’s meewerken, ook als het overdragende of ontvangende pensioenfonds nog geen definitief besluit heeft genomen over de contractinvulling onder de Wtp en over de specifieke wijze van omzetting van vermogen bij invaren op een later moment.