Een nieuw pensioenstelsel: waarom eigenlijk?
Wat in de volksmond “pensioen” wordt genoemd, bestaat eigenlijk uit drie dingen: AOW, pensioen en individuele aanvullingen zoals lijfrentes, levensverzekeringen of koopsommen.
Werkgevers, werknemers en overheid werken aan een nieuw pensioenstelsel. Maar...waarom eigenlijk?
Elke maand betalen werknemer en werkgever premie voor het opbouwen van pensioen. Toen de gepensioneerden van nu begonnen met sparen, was de levensverwachting 75 jaar. Maar mensen worden gemiddeld steeds ouder. Dat betekent dat ouderen nu gemiddeld langer met pensioen zijn en er dus meer aanvullend pensioen moet worden uitbetaald dan verwacht.
Daarnaast past het pensioenstelsel niet goed meer bij de huidige arbeidsmarkt. In het pensioenstelsel werkt het nu meestal zo. Jonge en oudere werknemers betalen evenveel premie en bouwen evenveel pensioenrechten op. De premie van jongeren kan langer worden belegd en levert daardoor meer op. Dit systeem werkt goed als iedereen zijn hele leven bij dezelfde werkgever werkt. Maar tegenwoordig wisselen mensen vaker van baan, werken ze soms een tijdje niet of minder, om daarna weer ergens in loondienst aan de slag te gaan of voor zichzelf te beginnen.
Het pensioenstelsel werkt niet goed bij veel van zulke veranderingen tijdens loopbanen van mensen en biedt weinig ruimte voor eigen keuzes.
Daarom wordt er nu gewerkt aan een nieuw pensioenstelsel! Zodat we ook in de toekomst een goed werkend pensioen hebben.