Bevoegdheden en weloverwogen besluiten

Het doel van medezeggenschap is een evenwichtige machtsverdeling binnen een onderneming. Bij de personeelsvertegenwoordiging staan twee belangen centraal: het belang van de onderneming en het belang van de werknemers. De personeelsvertegenwoordiging zal deze belangen steeds zorgvuldig moeten afwegen. Dit geldt ook voor het pensioendossier. 

Pensioen is complexe materie. Om weloverwogen besluiten te kunnen nemen kan de personeelsvertegenwoordiging gebruik maken van verschillende bevoegdheden die de wetgever juist hiervoor in het leven heeft geroepen.
 

Informatierecht

Om besluiten te kunnen nemen heeft de personeelsvertegenwoordiging informatie nodig. Wat is bijvoorbeeld de huidige pensioenregeling? Is er een nabestaandenpensioen?  Etc.

  • Algemeen
    De personeelsvertegenwoordiging mag de werkgever alle informatie vragen die zij redelijkerwijs nodig heeft voor de uitvoering van haar taak. De werkgever dient deze informatie zo spoedig mogelijk te verstrekken (artikel 35c lid 3 en artikel 31 lid 1 WOR). 

  • Pensioeninformatie
    De informatie over pensioenen moet de werkgever schriftelijk aanleveren én de werkgever is verplicht de personeelsvertegenwoordiging zo spoedig mogelijk te informeren over elke voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een uitvoeringsovereenkomst of uitvoeringsreglement (artikel 35b lid 6 en 7 en 35c lid 6 WOR).

  • Adviesvraag
    De werkgever moet bij een adviesaanvraag de personeelsvertegenwoordiging ook informeren en het voorgenomen besluit toelichten. De werkgever moet het advies op een zodanig tijdstip vragen dat het advies van de personeelsvertegenwoordiging van wezenlijke invloed kan zijn op het besluit van de werkgever.  

Initiatiefrecht

Alleen voor de arbeidsvoorwaarde pensioen heeft de personeelsvertegenwoordiging een initiatiefrecht.
Als de personeelsvertegenwoordiging een verzoek doet over de arbeidsvoorwaarde pensioen, is de werkgever verplicht om in overleg te treden (artikel 35c lid 7 WOR). Wel dient de personeelsvertegenwoordiging de redenen van het verzoek in het verzoek toe te lichten. 

De personeelsvertegenwoordiging hoeft niet te wachten tot de werkgever het initiatief neemt. Een voordeel van het vanaf de start betrokken zijn is dat je makkelijker kunt bijsturen.

Inschakelen deskundigen

De werkgever en personeelsvertegenwoordiging hebben een gezamenlijk doel: een goede pensioenregeling voor de werknemers die past bij de onderneming(sdoelstellingen). 

Soms zullen de belangen van de werknemers en de werkgever/onderneming samenvallen. Soms niet. Om dit te kunnen beoordelen, maar ook om de wensen en behoeften van collega’s in concrete (tegen)voorstellen te kunnen verwerken moet de personeelsvertegenwoordiging bekend zijn met de verschillende mogelijkheden bij de te maken keuzes. Pensioen is complexe materie: het vragen van advies aan een deskundige is geen overbodige luxe.

De personeelsvertegenwoordiging kan een deskundige uitnodigen op het gebied van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Zij hoeft hiervoor geen toestemming te vragen aan de werkgever als er geen kosten in rekening worden gebracht of als de personeelsvertegenwoordiging een eigen budget heeft als bedoeld in artikel 22 lid 4 WOR. In andere situaties moet wel toestemming gevraagd worden.  
Is er toestemming gevraagd voor het raadplegen van een deskundige en heeft de werkgever deze gegeven, dan komen de kosten voor rekening van de werkgever. 

Een eigen deskundige of dezelfde als de werkgever? 
Voor het in kaart brengen van de huidige situatie en algemene informatie/ voorlichting over (de gevolgen van) de transitie naar het vernieuwde pensioenstelsel kan gebruik maken van de deskundige van de werkgever (kosten)efficiënt zijn. Voor het toetsen van de voorstellen van de werkgever en/of het formuleren van eigen voorstellen is het inschakelen van een eigen deskundige raadzaam. 

Opleiding

Leden van de personeelsvertegenwoordiging hebben het recht zich gedurende een - door de werkgever en personeelsvertegenwoordiging samen vast te stellen - aantal dagen per jaar onder werktijd en met behoud van loon te scholen artikel 35c lid 3 en art. 18 lid 1 en 2 WOR). 

Als dit aantal dagen is vastgesteld, kunnen de leden van de personeelsvertegenwoordiging zelf bepalen welke cursus of training zij nuttig vinden. Een cursus over het vernieuwde pensioenstelsel kan behulpzaam zijn om het belang, maar ook de onderlinge samenhang van de verschillende deelonderwerpen inzichtelijk te krijgen.