Rol van de personeelsvertegenwoordiging
Allereerst is het belangrijk om te checken óf de personeelsvertegenwoordiging een rol heeft in het pensioenvraagstuk. Klik hier voor een nadere toelichting.
Als de personeelsvertegenwoordiging een rol heeft in het pensioenvraagstuk, is vervolgens de vraag wat de rol van de personeelsvertegenwoordiging is bij de ‘eerbiedigende werking’.
Uitgangspunt is dat de personeelsvertegenwoordiging op grond van artikel 35 lid 5 van de Wet op de ondernemingsraden een adviesrecht heeft voor elk voorgenomen besluit van de werkgever tot vaststelling, wijziging of intrekking van de pensioenregeling, mits het ten minste een vierde deel van het totale aantal medewerkers betreft.
Voor de rol van de personeelsvertegenwoordiging bij de ‘eerbiedigende werking’ is de hamvraag of er sprake is van een voorgenomen besluit van de werkgever tot vaststelling, wijziging of intrekking van de pensioenregeling die ten minste een vierde deel van het totale aantal medewerkers betreft.
Als de werkgever géén gebruik wil maken van de eerbiedigende werking heeft de personeelsvertegenwoordiging een rol. De premiesystematiek gaat wijzigen voor de bestaande werknemers. Het besluit is hiermee adviesplichtig.
Als de werkgever wel gebruik wil maken van de eerbiedigende werking, zou de werkgever kunnen stellen dat er niets verandert in de premiesystematiek en dat de personeelsvertegenwoordiging om die reden geen adviesrecht heeft bij het besluit om wel of geen gebruik te maken van de eerbiedigende werking. In de praktijk nemen werkgevers de personeelsvertegenwoordiging echter vaak mee, ook als er (mogelijk) geen strikte verplichting is. Als personeelsvertegenwoordiging is het goed tijdig duidelijkheid te hebben over het standpunt van de werkgever. De personeelsvertegenwoordiging kan hier ook zelf het initiatief nemen. Klik hier voor de bevoegdheden van de personeelsvertegenwoordiging.