Wat zijn de randvoorwaarden: de basisvereisten?
Elk pensioenfondsbestuur staat voor een belangrijke transitieopgave met als doel een goede pensioenregeling voor elke fondsdeelnemer. Juist daarom kan het belangrijk zijn om voorafgaand aan het starten van (de inrichting/invulling van) het transitietraject terug te gaan naar de basis en na te denken over het bestaansrecht/ de toekomst van het pensioenfonds.
Complexe wet- en regelgeving, steeds hogere eisen aan de governance/bestuurlijke competenties en toenemende druk op kostenbeperking heeft in het recente verleden bij pensioenfondsen geleid tot de vraag of zelfstandig verder gaan in het belang van de fondsdeelnemers (en werkgever(s)) is. Aan het begin van een meerjarig transitietraject kan het stellen van deze vraag een beginpunt zijn. Hoe kijkt het pensioenfondsbestuur hiernaar en wat is de visie van sociale partners?
Voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen is in dit kader tevens de continuïteit van de verplichtstelling relevant. Is de werkingssfeer voldoende duidelijk en wordt deze goed gehandhaafd? Is het verplichtstellingsbesluit toekomstbestendig? Wat is de representativiteitsgraad en wanneer is deze voor het laatst getoetst? Wat is het lange termijnperspectief (ontwikkelingen in de bedrijfstak of beroepsgroep)?
- [Video] Stichting van de Arbeid, Interview Peter van Gameren en Otto Hulst ‘Toekomstige koers pensioenfonds in relatie tot komst WTP’
- [Document] Montae & Partners ‘Start met de stip op de horizon. Waar wilt u heen als pensioenfonds’
- [Document] Montae & Partners ‘Wat komt eerst: Toekomst pensioenfonds of toekomst pensioenstelsel?’
- [Document] Montae & Partners ‘Alternatieve uitvoeringsmogelijkheden bij einde pensioenfonds’
- [Document] Sprenkels ‘Pensioenfonds van de toekomst’
- [Document] AethiQs ‘Handreiking liquidatie en collectieve waardeoverdrachten’
Als de conclusie is dat het pensioenfonds nog zelfstandig kan voortbestaan, zou een vervolgvraag kunnen zijn wat het toekomstperspectief is en hoe het pensioenfonds van maximale toegevoegde waarde kan zijn voor de aangesloten werkgevers en de pensioenfondsdeelnemers.
Uitbesteding
De pensioensector kenmerkt zich door uitbesteding. Een groot deel van de pensioenfondsen is in meer of mindere mate afhankelijk van uitbestedingspartijen. Continuïteit van de pensioenadministratie is een basisvereiste. Vragen die in deze verkenningsfase aan de orde zouden kunnen komen zijn: Is er een (schriftelijke) toezegging van de pensioenuitvoeringsorganisatie dat zij bereid is de pensioenadministratie de komende x jaar te blijven uitvoeren? En is deze toezegging onder redelijke condities? Bijna alles is te koop, maar in deze situatie wilt u te midden van een omvangrijke transitie niet verzeild raken.
De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel is omvangrijk en complex en gaat met risico’s gepaard. Zijn de belangrijkste risico’s afgedekt in de huidige contracten? Denk aan exit bepalingen, rapportages en incidentenregelingen. Ofwel, is de basis van de (contractuele) uitbestedingsrelaties voldoende om als bestuur tijdens de transitie ‘in control’ te blijven?
Natuurlijk zijn er ook zelfadministrerende pensioenfondsen. Hoewel de uitbestedingsketens daar korter zullen zijn doen ook zij er goed aan in nauw overleg te treden met bijvoorbeeld de softwareleverancier.
- [Video] SPO Perform, Interview Wim Henk Steenpoorte ‘Rol van de uitvoerder in de transitie’
- [Video] Stichting van de Arbeid, Interview Frits Bart en Jochem Dijckmeester, ‘Rol van pensioenuitvoeringsorganisaties’
Governance
Een goede governance is een belangrijke basisvoorwaarde. De transitie zal veel (voorbereidings)tijd in beslag nemen. Het pensioenfondsbestuur is in deze transitieperiode ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de huidige pensioenregeling. Is de governance structuur voldoende toegerust voor de komende periode? Is er voldoende capaciteit? Is de benodigde kennis in huis voor countervailing power ten opzichte van externe deskundigen en uitbestedingspartijen? Lopen bestuurstermijnen af? Voldoet het huidige bestuursmodel? Zijn er verkiezingen bij het verantwoordingsorgaan? Kortom is de benodigde kennis en capaciteit voldoende (geborgd)?
Capaciteit
Binnen het meerjarige transitietraject is continuïteit belangrijk. De werkzaamheden voor de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel komen bovenop de ‘gebruikelijke’ werkzaamheden. Is er voldoende capaciteit/ kennis voor het gehele traject? Lopen zittingstermijnen af of zijn er wellicht enkele personen met heel veel kennis die de continuïteit kwetsbaar maken? Door hier in de beginfase aandacht aan te besteden worden onaangename verrassingen later in het traject zo veel mogelijk voorkomen.