Hoorrecht bij gesloten fonds
Als er sprake is van een gesloten fonds, heeft de (oud)-werkgever nog steeds de taak om te onderzoeken of invaren past bij de situatie van de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Ook als er geen verzoek tot invaren komt, moet dat worden onderbouwd en gelden de wettelijke bepalingen van het hoorrecht. Het kan immers in het belang zijn van gewezen deelnemers en pensioengerechtigden om wel in te varen.
Als gewezen deelnemers en pensioengerechtigden menen belang te hebben bij invaren, is het van belang dat zij, al dan niet verenigd, deze belangen op tijd kenbaar maken. Dat kan door contact te zoeken met de (oud)-werkgever. Een eventuele rechtsopvolger kan via het handelsregister of het pensioenfonds worden gevonden.
In de fase rond het hoorrecht op het transitieplan kunnen de verenigingen van gewezen deelnemers en verenigingen van pensioengerechtigden in ieder geval hun input leveren. De sociale partners moeten terugkoppelen hoe zij de inbreng hebben gewogen en meegenomen in hun besluitvorming. De inbreng van de vereniging(en) is niet bindend. Wel dienen sociale partners in het transitieplan aan te geven wat er met de inbreng is gedaan.
Naast het hoorrecht kan iedere gewezen deelnemer en/of pensioengerechtigde zich melden bij de voormalig werkgever om hun belang kenbaar te maken.
Meer informatie over de specifieke situatie bij gesloten fondsen, en opties voor belanghebbenden, vindt u op deze pagina.