Is er een compensatievraagstuk?
Of bepaalde leeftijdscohorten nadeel ondervinden kan worden berekend aan de hand van het verwachte pensioen voor en na de overstap en/of het maken van (profijt) berekeningen, waarbij de gehele transitie in beschouwing wordt genomen. De wijze van berekenen is opgenomen in artikel 150e Pensioenwet, waarbij het sociale partners vrij staat additionele analyses te gebruiken.
Deelnemers die onevenredig nadeel ondervinden van de afschaffing van de doorsneesystematiek in hun te verwachten pensioenresultaat dienen daarvoor adequaat en kostenneutraal gecompenseerd te worden.
Compenseren onevenredig nadeel
Aan de hand van de uitkomst van de transitie-berekeningen (en additionele analyses) bepalen sociale partners of er voor bepaalde leeftijdscohorten sprake is van onevenredig nadeel dat dient te worden gecompenseerd om te komen tot een evenwichtige transitie.
De compensatie heeft betrekking op het missen van toekomstige pensioenopbouw door wijziging in de premiesystematiek. Het compensatievraagstuk ziet alleen op de actieve deelnemers. Indien in de pensioenregeling arbeidsongeschikte deelnemers worden aangemerkt als actieve deelnemers vallen zij ook onder de reikwijdte van de compensatieregeling. Dit geldt ook voor premievrije opbouw bij arbeidsongeschiktheid. De compensatie dient te worden toegekend per leeftijdscohort. De omvang van het cohort wordt door sociale partners in overleg met het pensioenfonds vastgesteld.