Hoe voor te sorteren op het einddoel?

Naast de randvoorwaarden en uitgangspunten, kan op termijn voordeel worden behaald door van tevoren al bepaalde stappen te zetten die in alle scenario’s nodig zijn: de zogenaamde no-regrets. Deze no-regrets zullen voor ieder pensioenfonds anders zijn, dan wel een andere concrete invulling hebben. Enkele veel in de praktijk voorkomende onderwerpen zijn hieronder kort benoemd.

Datakwaliteit

Betrouwbare data zijn essentieel voor het omzetten van de huidige pensioenvermogens naar individuele pensioenvermogens. Als hier nog stappen moeten worden gezet dan kost dit tijd en is het zaak hier op korte termijn aandacht aan te besteden. Wat is uw uitgangspunt? Heeft u een beleid op datakwaliteit? Zo niet is dit wellicht een goed moment dit op te stellen. Zo wel behoeft dit beleid met het oog op de aankomende transitie aanscherping? Wilt u extra controles gaan uitvoeren en hoe deze vorm te geven? Hoe kijkt uw pensioenuitvoeringsorganisatie hier tegenaan?

Meer verdieping over het onderwerp datakwaliteit vindt u hier.

Complexiteit

In 2017/2018 heeft DNB onderzoek gedaan naar de robuustheid van pensioenadministraties. Hieruit is gebleken dat er een relatie is tussen de kans op fouten in de berekening van pensioenaanspraken en de complexiteit in pensioen- en overgangsregelingen. Daarnaast is er een relatie tussen complexiteit en kosten. Kaart aan bij sociale partners dat de complexiteit van de regeling invloed heeft op de uitlegbaarheid, uitvoerbaarheid en (daarmee de) uitvoeringskosten van de pensioenregeling. 

Uitbesteding en monitoring

Het pensioenfondsbestuur is wettelijk verantwoordelijk voor de volledige en juiste administratie en vaststelling van pensioenaanspraken en -rechten. Het ‘in control’ zijn van het pensioenfondsbestuur hangt nauw samen met de gemaakte (resultaats)afspraken, de wijze van monitoring en evaluatie van uitbestedingspartijen. Zijn de huidige overeenkomsten met uitbestedingspartijen voldoende toekomstbestendig/transitieproof? Is er ruimte voor werkzaamheden voor de transitie of moeten hier nadere afspraken over worden gemaakt? En in het geval dat uw administratie is ondergebracht bij een multicliëntuitvoerder, kan samenwerking met andere pensioenfondsen dan van meerwaarde zijn? 

De loonaangifteketen 

De loonaangifteketen (LAK) is een samenwerkingsverband van de Belastingdienst, UWV en het CBS. In deze keten worden gegevens één keer opgevraagd en aan verschillende afnemers beschikbaar gesteld. De idee is dat door de loonaangifteketen bedrijven besparen op de administratieve lasten en de overheid op de uitvoeringskosten. Het aansluiten van het SV-loon en het salarisbegrip is in het verleden vaak een knelpunt gebleken om over te kunnen stappen op de LAK. Nu er een nieuwe pensioenregeling overeengekomen moet worden is dit mogelijk een kans om deze begrippen te laten aansluiten – aan de hand van de definitie van pensioengevend salaris - met het oog op de voordelen die aansluiting bij de LAK met zich meebrengt. 

Kosten

De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel is omvangrijk en complex en leidt onvermijdelijk tot significante (transitie)kosten. Kostenbeheersing is juist nu essentieel. Iedere euro uit het pensioenvermogen is een euro van de pensioenfondsdeelnemer en hier moet bewust en zorgvuldig mee om worden gegaan.

Voor het draagvlak en vertrouwen in het pensioenstelsel is het essentieel dat de (gewekte) verwachtingen (grotendeels) aansluiten bij de resultaten: één van de redenen voor de wijziging van het pensioenstelsel.

Wat zijn de te verwachte kosten? Wie betaalt de rekening van de aanpassing van de administratiestraten bij de pensioenuitvoeringsorganisaties? Wie betaalt de eventuele correcties na onderzoek op de datakwaliteit en/of het onderzoek? Wie (pensioenfondsbestuur/sociale partners) huurt welke externen in? Maar wellicht ook: leidt het samen optrekken van pensioenfondsen mogelijk tot kostenbesparing? Wat is er al beschikbaar en waar moet het wiel echt zelf worden uitgevonden? En ten slotte het communicatie-aspect: verwachtingsmanagement. De transitie is een omvangrijke operatie en deze kost geld. Wat betekent dit nu voor de pensioenfondsdeelnemer? Maar misschien wel het belangrijkst: welk kostenpercentage vinden sociale partners en het pensioenfondsbestuur acceptabel en hoe hierop (samen) te sturen? 

Leren van elkaar

Dit is een unieke positie om kennis te delen en inspiratie op te doen dan wel lering te trekken uit ervaringen van andere pensioenfondsen. Op welke punten kunnen we samen vooruitkijken en optrekken? Maar ook, wat kunnen we leren van verzekeraars die al veel langer in een DC-omgeving opereren.