Verruiming van de indexatiemogelijkheden (informatierecht)

In een notendop:

• Waar gaat het over: Pensioenfondsen die verwachten in te varen kunnen – onder voorwaarden – voor het indexatiebesluit 2022 en 2023 gebruik maken van de voordelen van het transitie-ftk via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Zo is indexeren al mogelijk vanaf een beleidsdekkingsgraad van 105%. 
• Wat is de rol van het verantwoordingsorgaan bij het indexatiebesluit: Het verantwoordingsorgaan heeft een informatierecht bij het indexatiebesluit. 

• Welke informatie dient het pensioenfonds te verstrekken aan het verantwoordingsorgaan?
  • Onderbouwing verwachting tot invaren; 
  • Onderbouwing waarom toeslagverlening plaatsvindt vanuit belang van deelnemers/gewezen deelnemers/ andere aanspraak gerechtigden en pensioengerechtigden; en 
  • De berekeningen waarin de generatie-effecten kwantitatief inzichtelijk worden gemaakt.
 
• Waarom is de informatie belangrijk? Het inzicht in de kwantitatieve effecten van het indexatie besluit heeft het verantwoordingsorgaan nodig zodat zij ook bij toekomstige besluiten kan bepalen hoe de generatie-effecten van de verschillende besluiten zich verhouden.  

Toelichting 

Verruiming indexatiemogelijkheden

Als de beleidsdekkingsgraad van een pensioenfonds 110% of meer bedraagt, mag het fonds de pensioenen verhogen, ook wel indexeren genoemd. Omdat het nieuwe pensioenstelsel minder reserves vereist, kan indexering eerder plaatsvinden. Als de verwachting is dat de bestaande pensioenrechten en -aanspraken worden overgeheveld naar het nieuwe pensioenstelsel (invaren), mogen pensioenfondsen dit voordeel nu al deels benutten. 

Onder voorwaarden mogen deze pensioenfondsen indexeren vanaf een beleidsdekkingsgraad van 105% in plaats van 110%. Deze mogelijkheid was er al in 2022 en is ook voor 2023 geregeld via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).

Als het pensioenfondsbestuur besluit gebruik te maken van de verruiming van de indexatiemogelijkheden moet het pensioenfonds uitleggen waarom het hiervoor kiest. Het besluit van het pensioenfondsbestuur omvat in ieder geval: 

• De verwachting dat sociale partners zullen vragen om bestaande pensioenaanspraken en -rechten mee te nemen naar het nieuwe systeem (invaren).
• Het is gunstig voor (voormalige) deelnemers en pensioengerechtigden om gebruik te maken van de extra mogelijkheden voor indexatie, inclusief een onderbouwing daarvan en inzicht in de effecten op cohortniveau.
• Het toepassen van de verruimde regels past binnen het bestaande indexatiebeleid van het pensioenfonds. 

Het pensioenfondsbestuur moet de berekeningen waarin de generatie-effecten kwantitatief inzichtelijk worden gemaakt delen met het verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan heeft dit inzicht in de generatie-effecten van het indexatiebesluit nodig zodat zij bij toekomstige besluiten – het invaarbesluit en het toedelen van het fondsvermogen – kunnen bepalen hoe de generatie-effecten van de verschillende besluiten zich tot elkaar verhouden.  

Hieronder een schema van het proces van de verruiming van de indexatiemogelijkheden voor het pensioenfondsbestuur: