Hoorrecht voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers
Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde. De arbeidsvoorwaarde pensioen zal met de komst van de Wet toekomst pensioenen ingrijpend wijzigen: alle pensioenregelingen in Nederland moeten worden aangepast. Omdat pensioen een arbeidsvoorwaarde is doen werkgevers en werknemers(-vertegenwoordiging) dit samen. Ook is het pensioenfonds nauw betrokken.
De keuzes die sociale partners maken in het transitietraject op weg naar een nieuwe pensioenregeling hebben ook gevolgen voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers. Denk aan de wijze waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten (invaren), de contractkeuze of de vormgeving van eventuele compensatie.
De belangen van pensioengerechtigden en gewezen deelnemers worden meegenomen in de besluitvorming. Een evenwichtige belangenafweging is het uitgangspunt bij de te maken keuzes door sociale partners. De overwegingen die aan de keuzes ten grondslag liggen en de effecten van die keuzes dienen in een transitieplan te worden uitgewerkt.
Als (extra) waarborg voorziet de Wet toekomst pensioenen in een hoorrecht voor representatieve verenigingen van pensioengerechtigden en/of gewezen deelnemers op het transitieplan. Sociale partners dienen hiervoor tijdig de gelegenheid te bieden zodat de inbreng nog van invloed kan zijn op de keuzes. Sociale partners koppelen terug hoe zij de inbreng hebben gewogen en meegenomen in hun besluitvorming.
De functie van het hoorrecht is tweeledig: enerzijds dient het als informatievoorziening richting belanghebbenden in een vroeg stadium van de transitie en anderzijds dwingt het sociale partners ertoe de belangen van belanghebbenden zichtbaar mee te wegen in het transitieplan.
Betrekken van pensioengerechtigden en gewezen deelnemers bij de transitie
Om goed betrokken te worden bij de evenwichtige belangenafweging door sociale partners, moeten verenigingen van pensioengerechtigden en gewezen deelnemers zich vroeg melden. Hierdoor kunnen de wensen en aandachtspunten van de vereniging in een vroeg stadium worden meegenomen in de besluitvorming.
Onderstaande animatie geeft een heldere toelichting over het betrekken van de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers.
[Beeldtitel]
Het betrekken van pensioengerechtigden en voormalige werknemers bij de nieuwe pensioenregeling
[Voice-over]
Er komen nieuwe regels voor pensioen. Dat betekent dat alle bestaande pensioen-regelingen die zijn ondergebracht bij een pensioenfonds moeten worden aangepast. Een pensioenregeling via de werkgever is een arbeidsvoorwaarde.
Hoe de arbeidsvoorwaarde pensioen eruit komt te zien is aan werkgevers en werknemers
de sociale partners. Zij maken een transitieplan waarin de afspraken over de nieuwe pensioenregeling worden vastgelegd en hoe wordt omgegaan met bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten.
Denk aan de effecten van invaren op de verschillende leeftijdsgroepen, compensatie en de invulling van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve.
De afspraken in het transitieplan hebben niet alleen betrekking op de huidige werknemers maar ook op pensioengerechtigden en voormalige werknemers.
De sociale partners nemen de belangen van pensioengerechtigden en voormalig werknemers mee in het onderhandelingsproces.
De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel moet immers evenwichtig zijn.
Daarnaast kunnen voormalig werknemers en pensioengerechtigden hun wensen en zorgen kenbaar maken
via het wettelijk hoorrecht.
Eerst het wettelijk hoorrecht. In de wet is hoorrecht als volgt geregeld pensioengerechtigden en voormalige werknemers mogen hun mening geven over de afspraken over de nieuwe pensioenregeling, en de sociale partners moeten daarop een reactie geven.
Pensioengerechtigden en voormalig werknemers kunnen gebruik maken van het hoorrecht door zich te organiseren in een vereniging.
De vereniging kan vervolgens gebruik maken van het hoorrecht door zich aan te melden bij sociale partners.
Het pensioenfonds moet de informatie over het bestaan van de vereniging doorgeven aan de pensioengerechtigden en de voormalige werknemers zodat zij zich kunnen aansluiten.
Naast het wettelijk hoorrecht kunnen pensioengerechtigden en voormalige werknemers ook al vroeger in het proces worden betrokken.
Sociale partners moeten namelijk zorgen voor een evenwichtig transitieplan, en daar horen de belangen van pensioen-gerechtigden en voormalige werknemers ook bij.
Het is sterk aan te raden dat sociale partners de wensen en zorgen van voormalig werknemers en
pensioengerechtigden ophalen. In de dialoog kunnen eventuele zorgen en wensen besproken worden en expliciet worden meegenomen bij de keuzes rondom het transitieplan.
Sociale partners kunnen gepensioneerden en voormalige werknemers bijvoorbeeld op de volgende manieren betrekken.
Ze kunnen contact zoeken met de belangenbehartiging. Ze kunnen zelf een ledenraadpleging doen.
Of ze kunnen het pensioenfonds een oproep laten doen om te reageren op de plannen van de sociale partners.
Los van het ophalen van de wensen en zorgen, is het belangrijk om de pensioen-gerechtigden en voormalige werknemers op de hoogte te houden.
Bijvoorbeeld over de planning, welke inhoudelijke punten op tafel liggen en waar zij zich op kunnen voorbereiden.
Het is aan de sociale partners om de pensioengerechtigden en voormalig werknemers te betrekken.
Ga daarom het gesprek aan.
Zoek nu al het contact met de belangenbehartiging
Ga na of er nog andere groepen zijn die betrokken zouden moeten worden.
Laat weten wat de planning is en wanneer en hoe zij hun wensen en zorgen kunnen meegeven.
Zorg dat u de wensen en zorgen leert kennen.
En neem die ook mee in de afspraken over de nieuwe pensioenregeling.
Wacht niet te lang.
Want op 1 januari 2025 moet het definitieve transitieplan met de reactie op het hoorrecht af zijn.
Deze informatie wordt u aangeboden door de initiatiefnememende partijen van werkenaanonspensioen.nl
[Eindleader]
Logo werken aan ons Pensioen
Op werkenaanonspensioen.nl vindt u informatie van, voor en door partijen die betrokken zijn bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
Het pensioenfonds is verplicht om op verzoek van (een vereniging van) pensioengerechtigden of gewezen deelnemers, de overige pensioengerechtigden of gewezen deelnemers in het pensioenfonds te informeren over het bestaan van de vereniging of het voornemen tot het oprichten daarvan. Zo kunnen zij zich op tijd aansluiten.
Ook moeten sociale partners de verenigingen van pensioengerechtigden of gewezen deelnemers genoeg tijd geven om hun hoorrecht uit te oefenen. Tot slot moeten zij terugkoppelen hoe zij de inbreng hebben gewogen en meegenomen in hun besluitvorming. De inbreng van de vereniging(en) is niet bindend. Wel dienen sociale partners in het transitieplan aan te geven wat er met de inbreng is gedaan.
Wettelijke vereisten aan de vereniging
Om gebruik te kunnen maken van het wettelijk hoorrecht, moet de vereniging van pensioengerechtigden of gewezen deelnemers aan drie eisen voldoen.
Ten eerste moet in de statuten zijn opgenomen dat de vereniging de belangen van pensioengerechtigden of gewezen deelnemers bij het pensioenfonds behartigt. Ten tweede moet de vereniging minimaal duizend gewezen deelnemers of pensioengerechtigden vertegenwoordigen, óf 10% van alle gewezen deelnemers of pensioengerechtigden bij het pensioenfonds. Tot slot moet de vereniging aan het pensioenfonds en de sociale partners melden dat de vereniging bestaat.