Vermogensbeheer onder de Wtp
De hoogte van pensioen wordt bepaald door de ingelegde premies en het behaalde rendement. Voor het bereiken van de doelstellingen van pensioenregelingen, is het vermogensbeheer dus cruciaal. De kern van het vermogensbeheer is een zorgvuldig vastgestelde beleggingscyclus. Daar verandert de Wet toekomst pensioenen niets aan. Wel is er in de nieuwe pensioencontracten een veel directere koppeling tussen het beleggingsrendement en de aanspraken van deelnemers dan in de huidige middelloonregelingen (al verandert er voor de flexibele premieregeling niet veel vergeleken met de huidige Wet verbeterde premieregeling). Dat betekent dat de waardering van beleggingen tijdig en controleerbaar dient plaats te vinden. Ook zal die directere koppeling wellicht tot meer specifieke vragen leiden over het beleggingsbeleid. Het is dan ook nog belangrijker geworden dat het beleggingsbeleid uitlegbaar is en past bij de voorkeuren van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden.
Solidaire of flexibele premieregeling
De specifieke vormgeving van de nieuwe pensioenregelingen, kan wel gevolgen hebben voor het beleggingsbeleid. Bij de keuze tussen de twee premieregelingen – de solidaire en flexibele premieregeling – is het vermogensbeheer een aandachtspunt.
Een aantal aandachtspunten geldt specifiek voor de solidaire premieregeling: beschermingsrendement, overrendement en de zogenaamde leenrestrictie. De specifieke aandachtspunten voor de flexibele premieregeling zijn life-cycle-beleggingen en keuzemogelijkheden voor deelnemers in het beleggingsbeleid.
Overgangsperiode
In de periode tot het invaarmoment, kan een pensioenfonds anticiperen op veranderingen in het beleggingsbeleid. Daarnaast wordt het transitieplan ver voor het invaarmoment opgesteld, maar financiële markten blijven bewegen. Daarom kan het zinvol zijn om via tijdelijke aanpassingen van het beleggingsbeleid de dekkingsgraad te beschermen of bijvoorbeeld te proberen een bodemniveau voor de dekkingsgraad vast te leggen.
Het onderwerp vermogensbeheer wordt uitgewerkt aan de hand van de volgende onderdelen:
- De beleggingscyclus
- Vermogensbeheer en de solidaire pensioenregeling
- Vermogensbeheer en de flexibele pensioenregeling
- De overgangsperiode